Het doel van mijn leven
Ik breek me al dagen het hoofd over wat ik moet zeggen tegen de vriendelijke 19-jarige ober op het zomerterras. Als ik hem bedank voor zijn vriendelijk gedrag en vraag waar dat vandaan komt, zegt hij stralend: ‘Omdat ik een doel heb in mijn leven’. Hij maakt me benieuwd.

‘Ik werk al sinds mijn veertiende om dat doel te bereiken. Als mijn vrienden uitgaan, ga ik werken.’ En wat is dat doel? Hij toont me een foto die hij altijd bij zich draagt en die blijkbaar ook in het groot op zijn kamer hangt: een knalrode Mercedes A-Klasse uit 2018. ‘De dag dat ik mijn contactsleutel in die auto kan steken, wordt de gelukkigste dag van mijn leven. Daar heb ik alles voor over.’ Ik wil hem zijn droom en zijn doel niet afnemen. En toch. Waarom weet ik zo zeker dat die auto hem niet gelukkig gaat maken?
Ik ken persoonlijk drie mensen met een Ferrari. De eerste zeurt de hele tijd over het leven. Bijvoorbeeld over het feit dat hij voor zijn jacht in Spanje geen A-aanlegsteiger gekregen heeft. Hij vergelijkt zich voortdurend met mensen die nog meer bezitten dan hij. De tweede rijdt op zijn eentje naar Knokke omdat er in zijn auto geen plaats is voor de kinderen. Daarom rijdt zijn vrouw met hen (en de schepjes) achterna in de gezinsauto. Maar zijn solo-aankomst op de dijk wil hij voor geld missen, alsof het de ritoverwinning van zijn leven is. De derde heeft zelfmoord gepleegd door met zijn Ferrari onder de trein te rijden. Het moest voor hem altijd sneller en sneller gaan. Ik mag niet veralgemenen. En ik wil die verhalen niet aan de jongen vertellen. En toch. Wat zou ik hem kunnen antwoorden?
Uiteindelijk zou ik hem twee vragen willen stellen waarover hij misschien nog niet heeft nagedacht. 1. Wie ga je meenemen in jouw droomauto? Belangrijker dan ‘het ding’ zijn ‘de mensen’. Niemand wordt gelukkig van dingen. Die honger is niet te stillen. Het is de medemens die de kern van geluk in zich draagt. In zijn streven naar geluk zou hij zijn vrienden wel eens kunnen voorbijlopen. 2. Waar ga je naartoe rijden? Een auto is geen doel. Een auto is een middel. Om ergens naartoe te rijden bijvoorbeeld. Om iets te verwezenlijken. Veel mensen verliezen het verschil tussen een doel en een middel uit het oog. Een doel is groter, vaak onvatbaarder: een avontuurlijk leven leiden, vreemde culturen leren kennen, lang, gezond en gelukkig leven … Daar zijn veel middelen voor.
Vermoedelijk is er voor echt geluk ook nog iets meer nodig dan de bevrediging van een persoonlijke, individuele behoefte die ons door de reclame wordt aangepraat. Zoiets als ‘the common good’, het algemeen belang, van betekenis kunnen zijn voor anderen. De kans dat de jongen gelukkiger wordt van een Volkswagenbusje waarin hij vrienden kan meenemen om ergens vrijwilligerswerk te gaan doen, is waarschijnlijk groter dan dat hij op zijn eentje rondjes zit te rijden in zijn Mercedes. Ik kan hem daartoe niet verplichten en ik wil er ook geen karikatuur van maken. Ik weet zelfs niet of ik het hem durf te vertellen. Al zal iemand het ooit moeten doen. Of laten we het hem maar zelf ontdekken in de hoop dat hij onderweg niet met zijn gezicht tegen de Grote Muur van Ontgoocheling knalt?
