Interview met Leo Bormans
‘Het is de vraag van één miljoen’, stelt de Belgische krant De Morgen. ‘Hoe worden we gelukkiger?’ Er zijn vele sleutels voor geluk, al zijn er enkele die beter werken. Lees hier het interview met Leo Bormans.
De Morgen 13 januari 2024
Geluksonderzoeker Leo Bormans over de sleutel tot geluk: ‘Vergelijk je niet met anderen, maar met jezelf’
Hoe worden we gelukkiger? Het is de vraag van één miljoen, dus stelde geluksonderzoeker Leo Bormans (69) ze aan honderd deskundigen uit vijftig landen. De antwoorden bundelde hij in Geluk. The New World Book of Happiness, de opvolger van zijn internationale bestseller van twaalf jaar geleden. ‘Geluk is pas echt als het duurzaam is.’
Is de manier waarop de wetenschap geluk definieert de voorbije tijd sterk veranderd?
“Vroeger moesten we vooral lijden of overleven. Geluk was in het beste geval iets voor het hiernamaals. Na de Tweede Wereldoorlog zijn we naar geluk gaan kijken in termen van materialisme: het ego moest gevoed worden aan de hand van een grote auto of een huis vol spullen. Stelselmatig gingen we inzien dat die dingen ons niet gelukkig maken. Een eerste horde namen we in 2000, toen positieve psychologie haar opgang maakte. Psychologen beperkten zich niet langer tot het genezen van de symptomen van mentale aandoeningen zoals burn-out of depressie, maar graven dieper: hoe kunnen we ons welbevinden verhogen, hoe leiden tegenslagen tot groei, hoe vormen we betere relaties…
“We maakten toen de omslag van ‘ik’ naar ‘wij’, maar nu slaan onderzoekers ook de brug naar ‘ons’. Ze stellen dat geluk ook duurzaam kan zijn, en dat we dus ook aandacht moeten hebben voor zaken als klimaat, armoede, vrede, gelijke kansen, zelfmoordcijfers… Daarmee zitten we in de derde fase: een fundamentele transitie naar een nieuw overkoepelend verhaal, met de focus niet alleen op jezelf en je directe omgeving maar op het welzijn van de toekomstige generaties. We kunnen pas gelukkig zijn in een wereld die gelukkig is. Want laten we eerlijk zijn: de ratrace van individualisme, consumentisme, vervuiling en eindeloze prestatiedrang heeft ons allerminst gelukkig gemaakt.”
U vond zelfs een neologisme uit voor dat nieuwe geluksconcept: happinus, de samentrekking van happiness en us.
“Geluk is meer dan de optelsom van je eigen verdiensten, het geld op je rekening of de geruststelling dat de mensen in je omgeving het goed doen. Geluk omvat het welzijn van ons allen en de hele planeet. Alles is met alles verbonden. We hebben allemaal een sociale verantwoordelijkheid. Voor elkaar, maar misschien nog meer voor de generaties na ons. Dat is ook de reden waarom kleinkinderen zo’n gevoel van vervulling geven of waarom mensen zich inzetten als vrijwilliger, duurzamer gaan leven of zich inzetten voor klimaatacties. Als je er morgen niet meer bent, wil je iets hebben bijgedragen aan de wereld. Dat principe heet generativiteit: het besef dat je geluksgevoel niet alleen afhangt van jouw individuele toestand, maar ook van je zorg en toewijding voor de volgende generaties. Geluk is relationeel.”
De globale gelukscijfers zijn goed. Ondanks oorlogen en klimaatdreiging zijn we niet ongelukkiger geworden. Wat wel toeneemt, is de ongelijkheid in levenstevredenheid tussen landen, de zogenaamde gelukskloof?
“Zelfs in het begin van de coronacrisis, toen we met zijn allen nog één front tegen dat virus vormden, zaten we op een hoog geluksniveau. Er was veel sociale cohesie, we beseften het belang van goede buren en niemand kon het materialistische dogma ‘verre reizen maken gelukkig’ hard maken. In onze eigen omgeving, verbonden met anderen en applaudisserend voor de mensen in onderwijs en zorg, hadden we het eigenlijk best goed. Zelfs toen de oorlog in Oekraïne uitbrak, gingen de gelukscijfers daar omhoog. Het gevoel dat je samen iets kunt bereiken, heeft een belangrijke impact op ons geluksgevoel. Wij zijn sociale dieren.
“Aan de andere kant is de gelukskloof ook groter geworden. Het aantal mensen dat aangeeft bijzonder gelukkig te zijn, is de laatste jaren verdubbeld. Maar het aantal mensen dat zich bijzonder ongelukkig voelt, is op tien jaar tijd vervijfvoudigd. Het bruto nationaal product heeft daar weinig mee te maken. Er zijn landen die niet zo rijk zijn en toch goed scoren op die geluksbarometer, zoals Costa Rica, net zoals er heel rijke landen zijn die slecht scoren. Vertrouwen en sociale cohesie blijken een belangrijkere factor dan geld.”
Scoren Scandinavische landen daarom zo goed?
“De Scandinavische landen zijn verzorgingsstaten die bekend staan om hun sociale ondersteuningsnetwerken. Mannen kunnen er langer ouderschapsverlof opnemen, het onderwijs scoort goed, de kloof tussen rijk en arm is klein. Nederland scoort ook al jaren hoog omdat overheidsinstellingen er een groot vertrouwen genieten, maar je kunt er prat op gaan dat onze bovenburen, sinds de uitkomst van de verkiezingen, snel uit die top tien tuimelen. Overal waar wantrouwen en polarisering toenemen, daalt het geluk. België staat op plaats zestien. Redelijk goed, omdat ook bij ons de kloof tussen rijk en arm niet zo groot is als in pakweg India of Afghanistan. We doen het veel beter dan men ons wil doen geloven.”
Een hardnekkige valkuil is volgens u de sociale vergelijking.
“We vergelijken onszelf inderdaad te veel met anderen. ‘De buurman gaat drie keer per jaar op reis en ik kan amper één keer weg.’ Economen weten ondertussen dat geluk niet per se samenhangt met het inkomensniveau van een individu, maar met het inkomensniveau in vergelijking met dat van anderen in de directe sociale nabijheid. Zolang je die horizontale vergelijking blijft maken, denk je jezelf ongelukkig. Er is altijd iemand beter af dan jij. Het is gezonder om een verticale vergelijking te maken. ‘Vanwaar kom ik? Welke weg heb ik afgelegd?’ Als ik mezelf vergelijk met de jonge kerel die ik was op mijn vijftiende, ben ik tevreden met de groei die ik heb doorgemaakt. Aan die vergelijking komt geen jaloezie te pas, wel persoonlijke en morele ambitie.”
Onze hyperindividuele, meritocratische maatschappij speelt een nefaste rol in ons geluksgevoel, schrijft econoom Paul De Grauwe in uw boek.
“Hoewel meritocratie een krachtig mechanisme is – het heeft het potentieel om mensen te motiveren en nieuwe ideeën te genereren – heeft het ook een duistere kant. Het meritocratische principe gaat ervan uit dat je succesvol wordt áls je maar hard genoeg werkt. Je succes heb je dan te danken aan je superieure individuele kwaliteiten, zoals creativiteit en doorzettingsvermogen. Gebrek aan succes zou dan weer het resultaat zijn van inferieure individuele kwaliteiten, zoals luiheid en gebrek aan intelligentie. Ben je niet gelukkig? Dat is je eigen schuld. In zo’n manier van denken raken mensen zeer gefrustreerd, boos en ongelukkig. Het zou dus beter zijn als we onze status niet meer linken aan de prijs van onze handtas of auto, maar aan de mate waarin we sociale verantwoordelijkheid opnemen in dit leven.”
Zullen we er ooit in slagen die oude statussymbolen te laten vallen?
“In mijn vorig boek over geluk stelde Kofi Annan, de voormalige secretaris-generaal van de Verenigde Naties, dat de mensheid baat zou hebben bij een invasie van aliens. Zo’n gemeenschappelijke vijand zou ons doen inzien dat we veel meer met elkaar gemeen hebben dan we denken. Bij de start van de pandemie hadden we zo’n momentopname. We zagen in wat belangrijk was omdat we in gevaar waren, maar zodra de acute dreiging weg was, begonnen we ons weer bezig te houden met de gekende spelletjes en valse geluksbrengers: geld, schone schijn en macht.”
De Italiaanse hoogleraar Anna Pettini stelt in haar bijdrage dat ons huidig economisch model gebaseerd is op eindeloze groei, wat zich vertaalt in een obsessieve drang naar onbeperkte consumptie. Dat leidt dan weer tot eeuwige ontevredenheid.
“We hebben een systeem van verleiding gecreëerd. Steeds wat anders. Maar wie tevreden is, valt moeilijk te verleiden. Daarom houdt het systeem niet van tevreden mensen.
“Een op de drie mensen wereldwijd ervaart dagelijks negatieve emoties zoals angst, woede, zorgen of stress. Dat aantal is niet recent exponentieel toegenomen, maar wel tussen 2014 en 2019: de periode waarin we voor vijftig euro over en weer naar Barcelona vlogen. De pandemie heeft ons niet ongelukkiger gemaakt, noch de oorlogen die over de wereld razen. Uit de Hoopbarometer (een initiatief van de stichting Netherlands Hope Research Institute, die hoop op een begrijpbare manier wil vaststellen, red.) blijkt dat jonge mensen niet bang of boos zijn, maar vooral gefrustreerd omdat we niet beter doen dan we kunnen.”
Het advies in uw boek gaat verder dan kleine acties, zoals yoga beoefenen of smoothies drinken?
“Ik heb aan elk van de honderd deelnemende professoren gevraagd om zes concrete tips te geven – zeshonderd in totaal – en dat telkens op drie niveaus; het individu, de groep en de samenleving. Je kunt het boek dus zien als een soort handleiding die je helpt om fundamentele keuzes te maken. Waar wil ik de prioriteiten in mijn leven leggen? Waarvoor zal ik me inzetten? Een mooi voorbeeld is de in 1938 opgestarte Harvard Study of Adult Development van hoogleraren Robert Waldinger en Marc Schulz, die vandaag nog altijd loopt. Een van hun belangrijkste conclusies is dat relaties, van om het even welke aard, ons gelukkiger en gezonder houden. Veel deelnemers hadden spijt over vriendschappen en relaties die in de loop der jaren verwaterden. Ze geloofden dat die banden, eens ze er waren, zichzelf wel zouden onderhouden. Maar dat klopt niet: sociale fitheid moet je net als je fysieke conditie trainen. Relaties die je verwaarloost, zullen op termijn ook gewoon verschrompelen.
“Dat is ook de reden waarom een ‘gevende’ levensstijl ons gelukkiger maakt. Tijd en aandacht zijn de belangrijkste dingen die we anderen kunnen schenken. Ons daarvan bewust zijn, vraagt oefening. Onlangs bezocht ik een vriend. Ik zei: ‘Ik heb het druk, maar ik passeerde toevallig, dus spring ik even binnen.’ Maar eigenlijk had ik moeten zeggen: ‘Ik heb vandaag tijd gemaakt voor jou. Laten we even babbelen.’
U hebt een kleinzoon. Probeert u hem die doelbewustheid ook bij te brengen?
“Voor zijn vijfde verjaardag gaven we hem geen iPad cadeau, maar een ontmoeting met de 95-jarige Madeleine uit het rusthuis in de buurt. We maakten een kroon, want samen waren ze juist honderd jaar. Hij was meteen gek op Madeleine, en omgekeerd. Dat nieuw contact maakt hem blijer dan het zoveelste stuk speelgoed.
“Kleine kinderen moet je niet leren om gelukkig te zijn. Onderzoekers zien duidelijke ‘happy signals’ in hun hersenen, als ze bijvoorbeeld een tekening afgeven aan hun ouders. Op dat moment is er voor dat kind niets belangrijkers dan die tekening in de handen van hun mama of papa. Hoe ouder we worden, hoe meer we dat moreel kompas verliezen en hoe sterker de greep van de ratrace wordt. Bijzonder jammer. We leven langer, maar als we niet gaan voor een langer én gelukkiger leven, waar zijn we dan mee bezig?”
En dan is er nog het onweerlegbare belang van ‘micromomenten van positiviteit’. Of pinguïnmomenten, zoals u ze noemt.
“Pinguïnmomenten zijn kortstondige momenten van intense vreugde, dankbaarheid en plezier. Ik beleef zo’n moment elke keer ik mijn kleinzoon afhaal aan de schoolpoort: ik sta te midden van een wirwar van ouders en kleuters. Plots kruisen onze blikken. In die ene seconde telt niets meer, behalve elkaar. Het doet me altijd denken aan hoe pinguïns elkaar in grote kolonies terugvinden. Hoe meer pinguïnmomenten we ervaren, hoe beter. Met een ratio van 3:1 verandert je leven fundamenteel in de positieve zin. Je ervaart dan drie keer zoveel positieve momenten als negatieve.
“Je kunt die micromomenten zelf creëren. Zelf hou ik al twintig jaar een dagboek bij. Op het einde van elke dag noteer ik drie positieve dingen die me overkomen zijn. Vaak werk ik proactief. Als ik merk dat ik maar aan twee punten kom, bel ik een vriend om een pint te pakken. Ik las onlangs dat het aantal jeugdleiders in Vlaanderen met 20 procent gestegen is. Dat vind ik wonderbaarlijk mooi. Dat zijn jonge mensen die beslissen: in het weekend ga ik niet bijklussen, maar ga ik iets significants betekenen voor kinderen, want uit dat contact haal ik geluk.”
Kunnen we aan een mindset werken die ons gelukkiger maakt?
“In Groenland of Finland is het de helft van de tijd donker en ijskoud, maar toch slagen de inwoners erin die barre leefomstandigheden te omarmen. Ze hebben geleerd om de duisternis te accepteren en volledig te genieten van hun verbondenheid en van de zon, op de weinige momenten dat ze zich toch laat zien. Ze accepteren wat ze niet kunnen veranderen en halen het meeste uit de omstandigheden die ze wel in de hand hebben. Is er een sneeuwstorm? Dan maken we het binnen extra gezellig. Landen waar de zon veel schijnt, staan niet per definitie aan de top van de ranking.
“Overal waar ik lezingen geef, spelen ze het nummer ‘Don’t worry, be happy’. Ik word daar elke keer zenuwachtig van, want dat is niet de boodschap die ik wil uitdragen. Ik pleit niet voor een radicale zoektocht naar geluk, maar voor een genuanceerde tussenweg. Met andere woorden: dó worry, be happy. Het feit dat ik me zorgen maak, maakt juist deel uit van mijn geluk. Ik kan zien waar het fout loopt en proberen om er naar eigen vermogen iets aan te veranderen.”
“Vroeger dachten we dat geluk en verdriet twee tegengestelde dingen waren, maar dat klopt niet. Ze maken allebei deel uit van het rijke scala aan emoties dat we als mensen kunnen beleven. Wie intens verdrietig kan zijn, kan ook intens gelukkig zijn. Een regenboog verschijnt ook pas als het regent en als de zon schijnt. Maar het systeem van onvrede en verleiding wil ons natuurlijk doen geloven dat we pas gelukkig zijn als we een week in een hangmat op Gran Canaria liggen. Dat kan best leuk zijn, maar je wil ook niet je hele leven in een hangmat rusten.”
Meer info op theworldbookofhappiness.com
Zo word je gelukkiger
“Geluk vloeit voort uit de kwaliteit van onze relaties. Omarm de alledaagse vriendelijkheid: help iemand die je niet kent, steun een goed doel, word vrijwilliger, schenk je tijd of een attentie.”
“Zoek niet alleen soortgenoten: mensen die op je lijken en die exact hetzelfde denken als jij. Zoek naar bondgenoten die, los van leeftijd, geslacht of religie, je blik op de wereld verruimen en je richting duurzaam geluk duwen.”
“Geluk is niet maakbaar, maar gedrag is wel stuurbaar. Maak een lijstje van de dingen die je gelukkig en gezond maken en eentje van de dingen die je ongelukkig maken. Zorg ervoor dat je eerste lijstje langer is dan het tweede.”