Krekels en mieren
Een mens kan wat leren op de trein. Er strijkt een groep dames met kleurrijke reiskoffertjes neer. Ze zien er stralend uit en gaan een weekend naar zee. Ik leer echter al snel dat het leven geen lachertje is. De ene had in haar hotel op de Balearen mieren in de airco gehad en de andere was uitgenodigd op een luxe trouwfeest van vrienden op Aruba maar ze had er niet kunnen slapen van de krekels. Het kan voor sommige mensen toch echt tegen zitten in het leven. Krekels en mieren. Ik kijk naar het landschap dat voorbij schuift. De weiden vol mieren, de heggen vol krekels, en vraag me af hoe het de krekel en de mier weer verging toen fabels nog niet door getwitter werden overstemd. De krekel zingt een zomer lang terwijl de mier zich kapot werkt om voedsel te verzamelen voor de winter. Ze begrijpen elkaar niet. Ik vraag op mijn telefoon aan Chat GPT wat we uit dat verhaal eigenlijk kunnen leren. Hij velt geen oordeel en zegt dat het eigenlijk over ‘balans’ gaat: ‘Hoewel de mier wordt afgeschilderd als de verstandige keuze, kan de fabel ook benadrukken dat er een balans moet zijn tussen werk en ontspanning. De krekel geniet, maar vergeet verantwoordelijkheid te nemen. De mier werkt zich te pletter, zonder vrije tijd te nemen. Krekel noch mier, hebben het bij het rechte eind. Het gaat over de balans. De fabel herinnert ons eraan dat het leven onvoorspelbaar is en dat we nooit weten wat de toekomst brengt.’ Ik zou hier een fijn gesprek met mijn reisgenoten over kunnen beginnen maar ondertussen is in het gezelschap om mij heen een opbod aan tegenslag ontstaan. Over de algen in hun privé zwembad en het dak van de cabrio dat onder de zware hagelslag geleden heeft. In dit wereldbeeld is vermoedelijk geen plaats voor een leven waarin mensen verdrinken in zwalpende bootjes, gezinnen in de bevende aarde verdwijnen, vermoorde frontsoldaten, door krekels vernietigde oogsten of kinderen die ver van airco en cabrio verwijderd, sterven bij gebrek aan water. Ondertussen zomert de zomer als nooit tevoren en versterken de dames elkaars diepe ellende met aandachtig geknik en gekreun en de beklijvende slotzin, waar mier noch krekel tegenop kan: ’t Is toch erg tegenwoordig.