Vriendelijk zijn?
Er vallen elke dag mails van lezers binnen, meestal bijzonder warm. Maar deze wil ik toch even delen: ‘Geachte heer. Ik lees ergens een advies van u om gelukkig te worden: ‘Wees vriendelijk’. Dat is net de bron van zoveel kwaad en ongeluk: altijd maar vriendelijk en aardig willen zijn en anderen behagen. Wie zo’n dingen leest en ongelukkig is, zal zich nog slechter voelen!’
Alle begrip. Wie iets schrijft heeft daar een reden voor en heeft vaak ervaringen meegemaakt die hem steunen in zijn denken. Toch bij deze: vriendelijkheid is een positieve eigenschap die, zo blijkt uit heel veel wetenschappelijk onderzoek, vooral positieve gevolgen heeft. De briefschrijver maakt twee gekke sprongetjes: vriendelijk zijn betekent niet dat je dat àltijd moet zijn (‘Bedankt pestkop dat jij me blijft pesten!’) en zeker niet dat het gaat om ‘anderen te behagen’. Dat is iets totaal anders en daarvan kun je wel degelijk slachtoffer worden.
Vriendelijk gedrag maakt niet alleen anderen gelukkig, het heeft ook een sterke positieve invloed op jezelf. Ook al bots je wel eens tegen een muur van onverschilligheid: volhouden! Niet om iemand te behagen maar om het leven voor iedereen aangenamer te maken. Het gaat meer om ‘geven’ dan om ‘krijgen’.
Uit het meest recente UN-onderzoek ‘The World Report on Happiness’ blijkt trouwens dat (door Covid?) twee positieve eigenschappen wereldwijd zijn toegenomen, ook al ben je geneigd om het tegendeel te geloven: dankbaarheid (dankbaarder voor wat er is in plaats van klagen over wat er niet is) en … vriendelijkheid.
Dit is de top 7 van gewone maar bijzonder vruchtbare ‘random acts of kindness’: glimlachen, goeiendag zeggen, een compliment geven, een schouderklop geven, een pluim geven als je ziet dat iemand anders iets goeds doet, dankbaarheid tonen en iets doen voor een ander zonder daar iets voor terug te verwachten. Veel plezier ermee. Oefening baart kunst.